Volgens mijn favoriete reisblogger Nomadic Matt, kan je pas echt van de Cinque Terre genieten als je er hiket.


De Cinque Terre zijn vijf vissersdorpjes langs de Ligurische kust: Monterosso, Vernazza, Corniglia, Manarola en Riomaggiore. Ze werden allemaal tot UNESCO-werelderfgoed uitgeroepen.


Ik vertrok 's ochtends met de trein vanuit La Spezia naar Manarola. Mijn doel was om het dorpje te verkennen en daarna een korte, maar pittige wandeling naar Riomaggiore te maken.


Manarola en Riomaggiore liggen dicht bij elkaar, maar de twee dorpjes worden gescheiden door een berg. De wandeling van 1,8 kilometer begint met een uitdagende klim van een halfuur, waarna je een halfuur daalt doorheen kleine druivenvelden. Zowel tijdens het klimmen als dalen word je getrakteerd op mooie zeezichten.


Bijkomende uitdaging: het was snikheet. In het informatiepunt werd me dan ook afgeraden om voor 17u te beginnen wandelen. Dat gaf me dus een vijftal uur de tijd om Manarola te beleven (en proberen niet te smelten).


De dorpjes zijn zelf ook op verschillende niveaus gebouwd. Dat betekent dus veel klimmen en dalen langs steegjes en trappen. Ik dwong mezelf om meteen naar de kerk van Manarola te klauteren om een mooi vergezicht te krijgen. Iedere stap was zwaar door de hitte. Ik hufte en pufte terwijl ik doorheen het dorpje wandelde. Vanaf de kerk zag ik de haven waar mensen aan het zwemmen waren. Daar moest ik naartoe! Ik plakte zo van het zweet, ik moest het water in.




Aan de haven was het vechten om een plekje om je handdoek te leggen. In het water zelf zaten de mensen ook kort op elkaar. Daar had ik helemaal geen zin in. Ik besloot om links van de baai op de pier - gemaakt uit stenen - te klimmen en zo een rustiger plekje voor mezelf uit te zoeken. Dat deel van de haven was strict gezien niet bedoeld om te zwemmen, maar een handjevol andere toeristen zat er ook in het water.


Ik werd overspoeld door geluk terwijl ik in het water lag te drijven, opkijkend naar het mooie Manarola dat boven mij uittorende. Ik maak mijn geluk zelf. Het liedje Live a Little van Kenny Chesney kwam spontaan in me op:


I need to live a little, have some fun

Take some time, waste it on number one

Find a girl (boy!) that brings my whole world to a stop

Live a little, love a lot


Eens het nog warmer begon te worden en ik schrik begon te krijgen dat ik zou verbranden, trok ik mijn kleren weer aan en wandelde ik naar de andere kant van Manarola.



Uiteindelijk was het tijd om aan mijn wandeling naar Riomaggiore te beginnen, maar niet voor ik de nodige energie bijtankte met gelato.


Tijdens het eten van mijn ijsje had ik een grappig gesprek met een jong Roemeens gezin. De ouders waren op vakantie met hun dochter van 7 en hun zoon van 4. Het jongetje zat naast mij op een bank en vroeg me wat ik aan het eten was. Zo geraakte ik dus aan de praat met zijn ouders die verzuchtten hoe vermoeiend het wel niet is om met hun kinderen op vakantie te gaan. Het koppel keek al verlangend uit naar hun eerste reisje alleen in 7 jaar, naar Praag, later deze zomer🙈 Het waren lieve mensen en kinderen hoor.


Toen was het tijd voor de uitdaging van de dag! De steile klim vergde veel van me in de hitte. Om de zoveel treden moest ik even stoppen, op adem komen en mijn hartslag wat laten dalen. Er leek maar geen einde aan te komen, maar de mooie uitzichten maakten de beproeving de moeite waard.



Eens de top bereikt, was het afdalen met de haven van Riomaggiore in zicht. Daar zou ik zo meteen een plons wagen!



Eens aangekomen in Riomaggiore was het er op koppen lopen. Ik zwom even in het haventje, maar ik voelde het niet. Ik was moe en voelde me vies. Het was dus tijd om terug te keren naar de hostel en om een frisse douche te nemen.


Een lieve oude vrouw zag me vanop haar terras naar het station zoeken en wees me spontaan de weg. En daarmee zaten mijn bezoeken aan de dorpjes van de Cinque Terre erop.


Mijn benen zijn nog heel de avond blijven trillen van de stevige wandeling.